Neem vrijblijvend contact op 073 – 303 58 57
Neem vrijblijvend contact op 073 – 303 58 57
Burgerlijk procesrecht
Bodemprocedure
Het burgerlijke recht kan in de basis verdeeld worden in twee soorten procedures. Deze ‘normale’ procedures worden ook wel een bodemprocedure genoemd.
Dagvaardingsprocedure
Ten eerste is er in het burgerlijk procesrecht de procedure waarbij de ene partij (eiser) een eis instelt tegen een ander bedrijf of persoon (gedaagde). Zo’n procedure wordt ingeleid met een dagvaarding. In een dagvaarding kunnen o.a. de volgende eisen worden ingesteld:
- Het betalen van een geldsom (openstaande factuur, geldlening, huur of andere vordering);
- Schadevergoeding;
- Erkenning van aansprakelijkheid;
- Enz.
De dagvaarding dient door een deurwaarder aan de gedaagde partij te worden betekend. De deurwaarder gaat dan naar het kantoor of huis toe en overhandigt persoonlijk de dagvaarding. Indien er niemand aanwezig is, dan mag de deurwaarder het document ook in een gesloten envelop achterlaten. Een tweede exemplaar van hetzelfde document wordt vervolgens naar de rechtbank gestuurd, waarna de procedure van start gaat.
Als de gedaagde partij op tijd aan de rechtbank bekend maakt dat hij wil reageren, dan krijgt hij hiervoor de kans. Zijn reactie mag hij vervolgens mondeling geven. Het is echter gebruikelijk dat de gedaagde partij zijn bezwaren schriftelijk kenbaar maakt door middel van een conclusie van antwoord.
Het is gebruikelijk dat partijen hierna worden uitgenodigd voor een mondelinge behandeling. Nadat de rechtbank de partijen voldoende in de gelegenheid heeft gesteld om hun standpunten mondeling toe te lichten (hoor-en-wederhoor) zal er een uitspraak worden gedaan. De uitspraak wordt schriftelijk vastgelegd in een vonnis of een proces-verbaal.
Verzoekschriftprocedure
Ten tweede heb je in het burgerlijk procesrecht de procedure waarbij de ene partij (verzoeker) een verzoek doet aan de rechtbank. Zo’n procedure wordt ingeleid met een verzoekschrift. Door middel van een verzoekschrift kunnen o.a. de volgende verzoeken bij de rechter worden ingediend:
- Het mogen leggen van conservatoir beslag;
- Het uitspreken van het faillissement van een bedrijf of persoon;
- Het beëindigen van een arbeidsovereenkomst;
- Enz.
Een verzoekschrift hoeft meestal niet via een deurwaarder aan jouw tegenpartij (verweerder) te worden afgegeven, maar kan direct worden ingeschreven bij de rechtbank. De rechtbank roept de tegenpartij in de meeste gevallen op om op het verzoekschrift te reageren. Deze reactie mag mondeling worden gegeven of aan de hand van een verweerschrift.
De rechtbank zal partijen hierna in de meeste gevallen uitnodigen voor een mondelinge behandeling. Op deze zitting kunnen de standpunten verder worden toegelicht. Zodra de partijen voldoende in de gelegenheid zijn gesteld om te reageren op elkaars standpunten, dan zal er uitspraak worden gedaan. De uitspraak wordt in dit geval schriftelijk opgenomen in een beschikking.
De deelnemers
Het burgerlijk procesrecht bepaalt dat de vordering of het verzoek wordt ingediend bij de kantonrechter óf bij de burgerlijke rechter (rechtbank). De (kanton)rechter wordt tijdens een procedure altijd bijgestaan door een griffier. De griffier maakt aantekeningen van alles dat gezegd en gedaan wordt tijdens de procedure.
Op grond van artikel 93 Rv behandelt een kantonrechter met name de volgende procedures:
- Dossiers met een financieel belang tot € 25.000,-
- Dossiers in het huurrecht: bijvoorbeeld huurincasso, ontbinding van de huurovereenkomst, ontruiming van een gehuurde ruimte;
- Dossiers in het arbeidsrecht: bijvoorbeeld ontslagzaken en loonvorderingen;
- Dossier met betrekking tot consumentenkoop: bijvoorbeeld bij de aankoop van een kapotte auto bij een autodealer.
Zaken op andere rechtsgebieden binnen het civiele recht (bv. bouwrecht of contractenrecht) worden door de rechtbank behandeld. Het financiële belang moet dan wel meer dan € 25.000,- bedragen. Ook een verzoek tot het mogen leggen van conservatoir beslag of het uitspreken van een faillissement wordt altijd door de burgerlijke rechter behandeld.
Doorlooptijd
De doorlooptijd van een bodemprocedure in het burgerlijk procesrecht is altijd afhankelijk van de wijze waarop deze verloopt. Als de tegenpartij niet verschijnt of geen verweer voert dan doet de (kanton)rechter in de meeste gevallen al binnen enkele weken uitspraak. Dit heet een verstekvonnis. Als de tegenpartij wel verschijnt dan krijgt hij enkele weken de tijd om te reageren en worden partijen daarna uitgenodigd om het geschil mondeling op de rechtbank toe te lichten. Een procedure duurt dan vaak enkele maanden tot een jaar.
Kort geding
Het komt voor dat er niet te lang gewacht kan worden op een uitspraak. Als de zaak spoed heeft, dan kan aan de voorzieningenrechter gevraagd worden om alvast een voorlopige uitspraak te doen. Deze procedure in het burgerlijk procesrecht, waarbij om een voorlopige uitspraak gevraagd wordt, heet een kort geding. De eisende partij moet aantonen dat er sprake is van een rechtmatig spoedeisend belang.
Als de voorzieningenrechter van mening is dat er sprake is van spoed, dan doet hij zo snel als nodig is uitspraak. Op die manier kan bv. een noodsituatie worden opgeheven of voorkomen worden dat iemand op straat wordt gezet. De voorlopige uitspraak geldt tot het moment dat de (kanton)rechter in een bodemprocedure een andere beslissing heeft genomen.
Indien er geen sprake is van spoed dan zal de voorzieningenrechter geen uitspraak doen. Hij zal de eis dan afwijzen en de partijen adviseren om een reguliere bodemprocedure te starten.
Hoger beroep
Als één van de partijen het niet eens is met de uitspraak van de (kanton)rechter in de bodemprocedure, dan kan hij in hoger beroep. Let op: in het burgerlijk procesrecht is dit alleen mogelijk als het financieel belang van de zaak meer dan € 1.750,- bedraagt (art. 332 Rv).
Een hoger beroep wordt gestart door middel van een appèldagvaarding. De partij, die het hoger beroep instelt, wordt vanaf dat moment appellant genoemd. De tegenpartij wordt aangeduid als geïntimeerde.
De appellant legt bij het hoger beroep de volledige juridische kwestie nogmaals voor aan het gerechtshof. Door middel van een memorie van grieven geeft de appellant aan op welke onderdelen hij het niet eens is met de eerste uitspraak. Deze onderdelen worden ook wel grieven genoemd. De geïntimeerde mag hierop reageren met een memorie van antwoord.
Aan de hand van deze documenten zal het gerechtshof het dossier vervolgens volledig opnieuw beoordelen en uitspraak doen. Een uitspraak in hoger beroep heet een arrest.
Door Martijn van Hurne | 21 februari 2023 | Nieuws
laatste nieuws
Contact
Openingstijden:
Op werkdagen geopend van 08:30 tot 18:00 uur. Afspraak buiten kantoortijden mogelijk op aanvraag.
Bezoekadres:
Bruistensingel 100
5232 AC ‘s-Hertogenbosch
Postadres:
Postbus 1034
5200 BA ‘s-Hertogenbosch
© Copyright 2023 | Algemene voorwaarden | Klachtenregeling | Disclaimer | Sitemap