Wat zijn de basisregels van het procesrecht?

Het burgerlijk procesrecht regelt alles dat betrekking heeft op gerechtelijke procedure. Hoe moet een zaak worden aangebracht? Welke rechter is bevoegd om kennis te nemen van het geschil? En op welke wijze moet er worden geprocedeerd? Om deze vragen te kunnen beantwoorden zijn er enkele basisregels opgesteld. In deze blog lees je meer over: ‘Wat zijn de basisregels van het procesrecht?’.
Wat zijn de basisregels van het procesrecht? 1

Introductie

De meeste basisregels zijn letterlijk opgenomen in Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) of in de Wet op de Rechterlijke Organisatie (RO). Sommige regels staan niet letterlijk verwoord, maar kun je uit de wet afleiden of opmaken uit eerdere uitspraken van rechters (jurisprudentie).

Deze basisregels zijn met name bedoeld om het recht op een eerlijk proces van partijen te waarborgen. Het recht op een eerlijk proces geldt overigens (bijna) overal ter wereld.

Hoor en wederhoor

Ten eerste kent de wet het beginsel van hoor en wederhoor (art. 19 Rv). Dit beginsel houdt in dat een rechter alle partijen in de gelegenheid moet stellen om over-en-weer hun standpunten naar voren te brengen.

Daarnaast moeten partijen zich ook kunnen uitlaten over de standpunten van de andere partij, alsmede over de bewijsstukken die door partijen in het geding zijn gebracht. De rechter neemt zijn beslissing enkel over de bewijsstukken waar beide partijen zich over hebben uitgelaten.

Op deze manier voorkom je dat de rechter een oordeel moet baseren op onvoldoende of eenzijdige informatie, maar bereik je ook dat partijen zich voldoende gehoord voelen. Op die manier kunnen partijen zich sneller verenigen met de uitspraak van de rechter.

Partijautonomie

Ten tweede kent de wet partijautonomie (art. 24 en 149 Rv). Dit beginsel ligt in het verlengde van de hoor en wederhoor. De rechter mag de zaak namelijk alleen onderzoeken en beslissen op basis van wat partijen met betrekking tot hun vordering, verzoek of verweer hebben aangevoerd. Om dit goed af te kunnen kaderen is de hoor en wederhoor dus van goed belang.

Kort gezegd bepalen de procespartijen hiermee dus zelf of er een procedure gevoerd wordt en waarover deze procedure gaat. Partijen mogen een gerechtelijke procedure ook weer op ieder tijdstip beëindigen, zelfs voor de rechter uitspraak heeft gedaan uitspraak. Zij zijn namelijk  niet verplicht om op een uitspraak te wachten. Mocht er bijvoorbeeld een schikking worden getroffen, dan kan de procedure voor de uitspraak al beëindigd worden.

Als dit niet gebeurt en de rechter doet wél einduitspraak, dan mag hij deze alleen baseren op de stellingen en argumenten, die partijen aan hem hebben voorgelegd. Op deze manier wordt voorkomen dat een rechter iets meer of iets anders toewijst, dan wat geëist is in de dagvaarding.

Wanneer een partij overigens gestelde feiten niet weerspreekt, dient de rechter deze in beginsel als waarheid aan te nemen. Daarbij heeft de rechter wel een klein beetje speelruimte De rechter mag namelijk wel rekening houden met feiten van algemene bekendheid en ervaringsregels. Ook als deze niet in het geding worden gebracht.

Daarmee zijn we aangekomen bij de volgende basisregel.

Waarheidsplicht

Ten derde schrijft de wet de waarheidsplicht voor aan partijen (art. 21 Rv). Partijen zijn verplicht om in een procedure alle essentiële feiten en omstandigheden naar waarheid en volledig aan te voeren.

Partijen mogen in een procedure dus geen feiten of omstandigheden stellen, waarvan ze weten dat deze onjuist zijn. Dit betekent overigens niet dat een partij alle feiten moet aanvoeren, maar slechts alle relevante feiten.

Op die manier blijft het voor een partij mogelijk om niet direct alle kaarten op tafel te hoeven leggen, maar is voorzichtigheid daarin wel gewenst. Het inschakelen van een advocaat om dit te bespreken, is zeker wenselijk.

Stel- en bewijsplicht

Ten vierde schrijft de wet voor dat een partij, die zich op een rechtsgevolg beroept ook de bewijslast hiervan draagt (art. 150 Rv). In het kort wordt dit ook wel omschreven als: ‘Wie stelt, bewijst’.

Een partij die zich op een bepaald rechtsgevolg beroept (bv. schadevergoeding) moet dus niet alleen feiten en omstandigheden naar voren brengen, waaruit blijkt dat er schade is geleden, maar ook het bewijs daarvan aanleveren. Als een partij niet voldoet aan deze stel- en bewijsplicht, dan blijft het rechtsgevolg ook achterwege.

De tegenpartij kan de gestelde feiten en omstandigheden vervolgens wel betwisten. De verweerder draagt dan niet de bewijslast van de feiten die hij betwist. Hij hoeft niet te bewijzen dat de gestelde feiten onjuist zijn, hij moet de rechter enkel overtuigen dat de juistheid niet kan worden vastgesteld.

Motivering uitspraak door de rechter

Ten slotte wil ik het motiveringsbeginsel onder de aandacht brengen (art. 30 Rv). Deze basisregel betekent dat een rechter de plicht heeft om de einduitspraak (vonnis) te motiveren.

Partijen hebben in een gerechtelijke procedure namelijk het recht op een deugdelijke en begrijpelijke motivering. Zo moet de rechter zijn vonnis onderbouwen met argumenten. Deze argumenten moeten overtuigend en juridisch gezien rechtmatig zijn. Zo moet een rechter duidelijk maken hoe hij tot een beslissing is gekomen en welke afwegingen er gemaakt zijn. Een rechter is vrij in zijn motivering, maar deze motivering moet wel duidelijk zijn.

Aan de hand van de motivering is een partij, die het daar niet mee eens is, eenvoudiger om hoger beroep in te stellen. Dit zorgt voor een meer efficiënte procesgang.

Wat zijn de basisregels van het procesrecht?

Met deze blog heb ik diverse basisregels van het procesrecht onder de aandacht gebracht. Daarmee heb jij een antwoord gekregen op de vraag: ‘Wat zijn de basisregels van het procesrecht?’. Het procesrecht kent echter nog meer basisregels.

Heb jij vragen over de basisregels? Of wellicht een algemene vraag over het procesrecht? Eén van de specialisten van Onyx Advocaten helpt je graag verder.

Door Iris van der Doelen | 6 april 2023 | Nieuws

laatste nieuws

Wat zijn de basisregels van het procesrecht? 3
Is de duur van een opgelegd stadionverbod redelijk?

Contact

Openingstijden:

Op werkdagen geopend van 08:30 tot 18:00 uur. Afspraak buiten kantoortijden mogelijk op aanvraag.

Bezoekadres:

Bruistensingel 100

5232 AC ‘s-Hertogenbosch

Postadres:

Postbus 1034

5200 BA ‘s-Hertogenbosch

© Copyright 2023   |  Algemene voorwaarden   |   Klachtenregeling   |   Disclaimer   |   Sitemap